Home Truck Journal Pictures Route Link
7/11/2000 tot 14/11/2000
Marokko
14/11/2000 tot 24/11/2000
Marokko
24/11/2000 tot 30/11/2000
Mauritanie
1/12/2000 tot 13/12/2000
Senegal
16/12/2000 tot 7/1/2001
Guinee
8/1/2001 tot 29/1/2001
Mali
30/1/2001 tot 23/2/2001
Burkina-Faso
23/2/2001 tot 18/3/2001
Ghana
19/3/2001 tot 5/5/2001
terugweg

5/11/2000

Na enkele moeilijkheden om in te schepen op de ferry voor Afrika, en de overtocht te maken in de straat van Gibraltar, hebben we de nacht doorgebracht in Ceuta en gewacht tot de morgen om de Marokkaanse grens over te steken. Zonder problemen. Maar we waren niet alleen. Naast ons was er een enorme rij voetgangers (Marokkanen).
We zakken af naar Meknes, dat redelijk vlug zou moeten gaan, maar een beetje voorbij Chefchouan, hebben we een Frans koppel gekruist die in moeilijkheden was, Aaron en Marie. De transmissiebak was gebroken en we hebben hun een handje toegestoken om deze te vervangen. We zijn nog niet in de woestijn maar dit is alvast een vingeroefening.

6/11/2000

We rijden verder naar Meknes met een tussenstop in Volubilis en brengen een bezoek aan de ruines van een Romeinse stad. Ze zijn goed bewaard gebleven, en sommige delen zijn prachtig gerestaureerd. De mozaïeken zijn immers de moeite waard. 
Meknes, Fes het is lastig om te manoeuvreren met de camion, we hebben er niet echt plezier aan. We beslissen eerder het zuiden van Marokko te bezoeken, waar we (nadien) absoluut geen spijt van hebben. Daarom maken we een omweg van twee dagen naar Rabat om onze visa voor Mauritanië te verlengen.

9/11/2000

We hernemen onze reisweg richting Er-Rachidia en de Erg Cherbi. Bij onze halte in Azrou, om vlees en groenten te kopen, laten we ons op sleeptouw nemen door een handelaar in houten artikelen... in een tapijtenwinkel. Goed, we hebben ons laten vangen. Hij neemt ruimschoots de tijd om zijn verzameling tapijten te tonen, legt ons de motieven uit, de streken, enz... 
Resultaat: we vertrekken met twee tapijten. Hij zegt ons dat we ze zullen gebruiken tijdens onze reis. We zetten onze weg verder. Doortocht in het grootste cederwoud van Marokko, en we zien zelfs een aapje (singe magot), daarentegen, geen panter en ook geen atlas leeuwen (er zijn een tiental panters in deze regio, en natuurlijk, het is hier dat de laatste leeuw is gestorven).  Na het cederwoud wordt de streek vulkanisch en heeft het meer weg van een verlaten maanlandschap. 

We slapen bij Aguelmane de Sidi Ali (Aguelmane betekent een meer) op 2000 m waar we een ijskoude nacht doorbrengen. De volgende morgen ontwaken we onder een rijmlaag. We zullen ons douche vandaag maar overslaan. De weg gaat verder en na Middelt beginnen de eerste palmboomgaarden. We rijden op ooghoogte van de palmbomen en de daken van de huizen waarop de dadels liggen te drogen. Deze schilderachtige weg loopt door tot Er-Rachidia en het is werkelijk prachtig. We hebben een oude liftende berber opgepikt die zijn tent in de bergen achterlaat, om enkele dagen bij de familie door te brengen in Ksar d'Ifri. Hij spreekt slechts zijn moedertaal en het gesprek blijkt beperkt. We hebben niet durven vragen om een foto te nemen. Het is jammer en hij had zeker niet geweigerd. 
Wanneer we hem afzetten in het dorp, nodigt hij ons uit om thee te drinken bij zijn schoonmoeder, een oude dame met een gekromde rug die nog de (familie)tatoeages heeft op haar kin. Gans de familie komt langs om ons te zien en ze bereiden ons een couscous. Couscous met verse koeienmelk. Eerder een rare smaak, een smaak van boter en karnemelk. Ik lust het, maar Philippe moet zijn best doen om het te eten. Nadien worden we in een ander huis, maar wel familie van..., uitgenodigd om couscous met konijn en saffraan te eten, afgesloten met een thee. We wisselen de adressen uit en ze geven ons nog een tros verse dadels voor de reis en wij, niet voorzien, hebben een boek nagelaten, die ze met plezier bekeken hebben, en nog enkele kleinigheden. We voelen ons een beetje ongemakkelijk tegenover de enorme gastvrijheid en aandacht die ze aan de dag leggen. We reizen verder naar Er-Rachidia.

11/11/2000

We begeven we ons richting Merzouga en de Erg Cherbi (de hoogste duinen van Marokko). Op onze doorreis pikken we een pseudo-autostopper, echte verkoper op, die ons een thee wil aanbieden (per toeval in een tapijtenwinkel) die we vriendelijk weigeren. We kunnen ons toch niet elke keer laten vangen, anders geraken we nooit verder en zal de reis eindigen met een tapijtenberg, echte berber tapijten geweven door de vrouwen in de bergen en die we liever verkopen aan vriendelijke mensen dan aan de harde handelaren uit Marrakech. Maar goed, de eerste duinen zijn in zicht. Plezant, we (Philippe) zal de 4X4 kunnen testen, 
en we proberen. Een beetje voor Taouz, hebben we de piste verlaten omdat ze ons niet bracht waar we naartoe wilden en na enkele, eerder moeilijke passages eindigen we ons dag door vast te rijden in het zand.  Na heel wat zand verplaatst te hebben, valt de nacht en laten we de situatie zoals ze is. Niet erg, we hebben genoeg proviand om een hele week te overleven. Een nacht is voldoende. Na de banden gelost te hebben, verlaten we de plaats zonder problemen, rijden verder en we komen terug uit op een piste. Berbers zijn komen kijken wat we uitspookten (smorgens) en zijn bij ons gebleven tot we vertrokken.

We gaan richting Inherir, waar we aankomen in de namiddag. Het is geen sympathieke stad, en bovendien de specialiteit van de streek is autostop, om vervolgens een blitsbezoek te brengen in de kashba, om ons te bedanken, die eindigt bij echte artisanale werkers. Voor de tweede keer laten we ons vangen, en komen bij een artisanaal verkoper van tapijten die ons bespeelt met grote gevoeligheid.  Het is verschrikkelijk, de vrouw stelt voor aan mij de riem aan te spannen om een tapijt te kopen, en bovendien heeft ze zelf de tapijten geweven. De ganse stad ruikt naar oplichting en is bekrompen. 
We begeven ons zo vlug mogelijk richting Gorges de Todra, via een prachtige weg, maar de bochten zijn moeilijk te onderhandelen. Kashba’s en oases zijn bezaaid lans de weg maar bij aankomst... het regent. Dit beperkt de fotos.  We reizen verder richting Gorges de Dades, een even prachtig spektakel. De weg eveneens omzoomt door palmbomen. Vervolgen begint de vallée du Dades (valei), of anders genoemd, de vallei van de duizend kashbas. Hij verdient zeker deze naam. Langs het ganse traject, de dorpen opgetrokken uit klei en stro, versterkt met riet of palmbladen. Na een bocht. ... niets meer. Het is de woestijn met stenen en van tijd tot tijd een ksar (een versterkt huis voor meerdere gezinnen) of een kasbah, maar telken zeer mooi. Een nacht onder de palmbomen, tussen ksars en kashbas in Skoura

14/11/2000

In Zagora zijn we naar de wekelijkse markt geweest, waar ze koeien, schapen, geiten verkopen, maar tot onze spijt, geen kamelen (dromedarissen).
Dezelfde zondagse sfeer als op de Marché du midi (Zuidstation) en de marché d'abbatoir (slachthuis in Anderlecht), maar in het meervoud.  Maar eigenlijk waren er overal kamelen (uitgezonderd op de markt), die ons bekijken vanuit de hoogte (maar voor wie nemen ze zich, die kleine mannekens). 
Verder schilderen (ja, ja, we hebben uiteindelijk de neus van de camion geschilderd), een bezoek bij de technieker (grote familie) voor een laatste controle van de vrachtwagen voor we ons begeven op de pistes. Natuurlijk, de ontmoeting met Hamid die ons een dag langer laat blijven dan voorzien.

top
Home Truck Journal Pictures Route Link